18 km wandelen om aan appels en peren te komen

Hendrikus Kieboom wandelend over de Merwedebrug’Voordat de brug er was moest het verkeer tussen Sleeuwijk en Gorinchem wel 20 km om.’ Foto: Tahné Kleijn
14-04-2021
5403 keer bekeken

Hendrikus Kieboom (86) is al heel zijn leven gefascineerd door 2 dingen: water en techniek. Die passies wist hij zijn hele carrière moeiteloos te combineren. Zo werkte hij onder andere mee aan de Drechttunnel en de Duwvaartsluis in het Albertkanaal (België).

Maar zijn passie ontstond iets dichter bij huis.

Het is 1944; Hendrikus is 10 jaar oud en duwt met zijn vader en oudere broer een handkar over de dijk. Normaal is de kar gevuld met kolen, maar door de oorlog zijn alle brandstoffen uitgeput. In plaats daarvan loopt het drietal dagelijks van Werkendam naar Veen (ruim 18 km) om bij lokale boeren appels en peren op te kopen. Deze verkopen ze in het dorp. ‘Wat gebeurt daar?’, vraagt hij aan zijn vader als hij langs twee grote zandbergen loopt langs de dijk bij Sleeuwijk. ‘Daar gaan ze een brug bouwen, maar het project ligt al 17 jaar stil’, is het antwoord. Hendrikus’ interesse is gewekt.

Bombardement

Later dat jaar, op 28 oktober 1944, vallen de geallieerden Nederland binnen. De veerboot tussen Sleeuwijk en Gorinchem, ooit geïnitieerd door Napoleon, wordt opgeblazen en 6 Duitsers komen om het leven. Een belangrijke transportroute verdwijnt uit het gebied. ‘Personen konden gebruikmaken van de kleine veerdiensten. Het verkeer tussen Sleeuwijk en Gorinchem, 4 km bij elkaar vandaan, moest omrijden via Zaltbommel. Ruim 20 kilometer verderop.’ Toch zou het nog 14 jaar duren voordat de werkzaamheden aan de brug in 1958 werden hervat.

Gevecht tegen het water

Op 1 februari 1953 breken in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland de dijken door. Grote delen van het land lopen onder het water. ‘Ook bij ons in de omgeving was er paniek’, vertelt Hendriks. ‘Men probeerde te redden wat er te redden viel. Bij de eerste vloedgolf tussen 4 en 6 uur ’s nachts hielden de dijken het maar net. Maar iedereen die dicht bij het water is opgegroeid, weet dat er 6 uur later het tweede tij komt.’ Zandzakken moesten de boel redden.

Zandzakken vullen

Met die wetenschap werd de hele regio uit hun bed gelicht. ‘Met alle mannen uit de omgeving hebben we 6 uur lang zandzakken staan vullen om onze eigen steden en dorpen te beschermen. Het zand van het te bouwen zuidelijke zandlichaam bood uitkomst: in nog geen 6 uur tijd werd een groot deel van de zandhoop afgegraven om dijken in de buurt te versterken. Met effect, want dankzij de zandzakken heeft onder andere de Vissersdijk (Werkendam) ook de tweede vloed van de watersnoodramp overleefd.’

Wandelend over de brug

Al van kleins af aan wist Hendrikus dat hij tekenaar wilde worden. Geen kunstenaar, maar technicus, gesterkt door de verhalen van zijn vader over de brug. Even zag het er goed uit voor hem, maar met 0,2 punt tekort op zijn examen werd hij afgewezen voor de opleiding. Hendrikus belandde in een machinefabriek en werd in die hoedanigheid in 1961, dit jaar precies 60 jaar geleden, uitgenodigd voor de opening van de Merwedebrug. ‘Zoiets had ik nog nooit meegemaakt! Koningin Juliana was er voor de opening en daarna gingen we met de hele regio wandelend over de brug.’

Werken over en onder het water

Na 7 jaar in de machinefabriek wilde Hendrikus meer. Hij werd Technisch uitvoerder Weg- en Waterbouw bij Nederhorst en later bij Strukton en werd daarbij ingezet bij diverse projecten van Rijkswaterstaat. Daarnaast was hij docent en examinator bij de Stichting Beroepsopleidingen Weg- en Waterbouw (SBW) en panellid voor diverse Rijkswaterstaatprojecten. Hendrikus is al lang met pensioen en vult zijn vrije tijd met het regelmatig bezichtigen van kunst- en waterwerken van Rijkswaterstaat en het bijwonen van diverse informatiebijeenkomsten rondom grootschalige bouwprojecten.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen